Limbisch Verklaringsmodel van Klaver

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

Inleiding

Hoe komt het dat door een schijnbaar klein incident veel pijn ontstaat en dat die pijn soms jaren aanhoudt? En hoe is een zeer snel herstel van patiënten met chronische pijnklachten na een week intensief manueel behandelen verklaarbaar? De verantwoordelijke hiervoor is het brein. De invloed van het brein op lichamelijke klachten blijkt groter dan voorheen werd aangenomen. Hieronder volgt een beknopte samenvatting uit een artikel van neuroloog drs. M. M. Klaver en orthopedisch manueel therapeut in opleiding Erik Jongenburger (zie [1])

Casus

Corien is 23 jaar en werkt als administratief medewerker. Een half jaar geleden viel ze van haar paard en brak haar rechterpols. Door de val ontwikkelde ze een Chronisch Regionaal Pijn Syndroom, Complex Regionaal Pijnsyndroom ( Südeckse Dystrofie) (CRPS-1). Deze aandoening werd vroeger ook wel dystrofie genoemd. Sinds het ongeval kampt Corien met uiteenlopende klachten en ziekten zoals rugpijn, slijmbeursontsteking van de linker elleboog en darmontsteking. Het symptomenbeeld voldoet aan de Veldman en Bruehl criteria. Dat wil zeggen:hevige pijn, die zich uitbreidt tot beide schouders. Door de klachten kan Corien niet meer werken of uitgaan. Overdag ligt ze regelmatig op bed. Ze is prikkelbaar, maar houdt zich flink. Opgewekt is ze echter niet meer. Ze merkt bovendien dat haar huid flink is veranderd en rood blijft. Zij zweet vaker dan voorheen, haar nagels groeien sneller en de stand van haar hand is veranderd. Prikken en aanrakingen van de huid van haar hand tot bovenarm zijn uiterst pijnlijk. Corien kan haar vingers en pols nog maar nauwelijks bewegen. Het voelt voor haar of hand en arm niet meer bij haar lichaam horen.

Onbegrepen klachtenbeeld

Het ingewikkelde regionaal pijnsyndroom type 1 is een onbegrepen, invaliderend klachtenbeeld met lichtere en zwaardere vormen. De aandoening ontstaat vaak na een ongeval of operatie en kenmerkt zich door buitenproportionele pijn, autonome, sensibele en motorische verschijnselen. De diagnose is niet eenduidig en in Nederland wordt het aantal nieuwe patiënten per jaar geschat op vijf- tot achtduizend, verspreid over het land. Binnen de manueel fysiotherapeutische behandeling zijn er voor deze aandoening twee behandelwijzen: de klassieke en de functiegerichte. De klassieke biomedische behandeling richt zich vooral op het bestrijden van pijn en oefenen binnen de belastbaarheidsgrens. De achterliggende gedachte hierbij is dat belasting de aandoening verergert. Bij de behandeling staat de pijn centraal. Psychologische factoren spelen slechts een bijrol.


Behandelingen

Corien ondergaat diverse behandelingen om de voortdurende ontsteking tegen te gaan, maar deze brengen geen verbetering. Zo is ze behandeld met vitamine C en DSMO-crème (50%), fysiotherapie, ergotherapie, spierverslappers, antidepressivum en een middel tegen zenuwpijn. Corien krijgt tevens een gipsspalk en rust voorgeschreven.Daarna volgen oefeningen die zij moet doen en die binnen de pijngrens blijven. Een poging om geleidelijk aan meer te gaan bewegen(Graded Activity) mislukt omdat de pijn bij Corien teveel toeneemt. Een consult van een psycholoog wijst Corien af. Zij geeft aan pijn zoveel mogelijk te vermijden om verergering en verdere schade te voorkomen. Corien is ten einde raad en heeft meermalen de moed opgegeven. Ze overweegt zelfs de amputatie van haar hand.

Door de pijngrens heen

Dan hoort Corien over een nieuwe behandelwijze:de Macedonische methode. Ze vestigt al snel al haar hoop hierop. Ze hoort dat deze methodegericht is op functieherstel en geen rekening houdt met de pijn. Ze zal dus om te genezen,door de pijngrens heen moeten gaan. De angst bij Corien dat deze oefeningen tot meer schade zal leiden, wordt besproken met de behandelaar. Deze ontkent dat de methode schadelijk is.Corien, altijd flink en geen zeurkous, besluit vol vertrouwen deze behandeling te ondergaan.De manueel fysiotherapeutische behandeling bestaat uit mobilisaties van de hand en polsgewricht met soms dwarse fricties. De pijn wordt genegeerd en psychologische problemen worden meegenomen in de gedragsmatige aanpak. De behandelomgeving is prettig en ontspannen. En de behandelaar is vriendelijk tegen Corien. Na vier behandelingen merkt ze dat de functie van haar hand geleidelijk aan vooruit gaat. Het herstel verloopt zelfs zo voorspoedig dat Corien haar werk weer kan hervatten. Corien geeft aan dat de pijn als een groep mieren uit haar hoofd wegtrekt. Uiteindelijk is het herstel volledig.


Functiegerichte behandeling

Bij de functiegerichte behandeling ligt de nadruk juist op manuele en psychosociale kenmerken. Deze behandeling is geïntroduceerd door Jan Willem Ek en Jan van Gijn in de Hoogeveense methode. Uitgangspunt hierbij is de Macedonische methode van mevrouw Shinka. Een behandeling op een video toont de werkwijze van Shinka. Eerst vindt de functionele mobilisatie van het aangedane gewricht plaats. Shinka negeert de pijn van de patiënt. Na de behandeling is het aangedane ledemaat meteen te gebruiken. Manipulaties en dwarse fricties komen voor, maar tijdens de behandeling van Shinka zijn er vooral mobilisaties. Tijdens de behandeling wordt nauwelijks gesproken. Mevrouw Shinka observeert de persoon en bepaalt zo hoever ze kan gaan. Opvallend is de zekerheid en overtuiging waarmee de mobilisatie wordt uitgevoerd.

Chronisch Regionaal Pijn Syndroom

De Hoogeveense methode bestaat uit functiegerichte mobilisatie, gedragsmatige aanpak en functieherstel. De gedragsmatige aanpak bestaat naast het belonen en aanmoedigen van gewenst gedrag (positieve bekrachtiging) uit het corrigeren van de overtuiging dat het lichaam erg kwetsbaar is en beschermd moet worden (catastroferende cognities). De psychologische problemen die tijdens de behandeling naar voren komen, worden waar mogelijk gecorrigeerd door de behandelaar. Dat doet hij door misvattingen te bespreken en pijnvermijding op te heffen. De functie van het ledemaat staat centraal tijdens de behandelingen. De functiegerichte methode is uitgesproken succesvol, slechts een enkeling heeft er geen baat bij. We verklaren de werking van deze methode vanuit een hersengedeelte dat een sterke rol speelt bij emoties namelijk het limbisch systeem. Het Chronisch Regionaal Pijn Syndroom kan gezien worden als een onbegrepen lichamelijke klachtenbeeld, OLK, onverklaarde lichamelijke klachten. Er zijn weliswaar objectief zichtbare afwijkingen, maar er is geen eenduidige verklaring voor de wijze waarop de verschillende systemen op elkaar inwerken. Belangrijke mechanismen zijn: de ontstekingachtige (neuro-inflammatoire) reactie in de periferie, de overgevoeligheid van het pijnsysteem (sensitisatie) in de achterhoorn en centraal en het verkleinen van de representatie van het lichaamsdeel op de hersenschors (de krimp van receptieve velden).

Meer lezen?

Op [2] vindt u het uitgebreide artikel over een limbische verklaring op het klachtenbeeld.

Zie ook: