Richtlijn voor begeleiding door bedrijfsarts bij KANS

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

Richtlijn voor begeleiding door de bedrijfsarts bij klachten van arm, schouder en nek

Els Kremer, bedrijfsarts; Lid projectteam van het Bureau Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)



Samenvatting:

De nieuwe richtlijn voor bedrijfsartsen voor de begeleiding van werknemers met klachten van arm, schouder en nek zal rond oktober 2003 worden uitgegeven door het Bureau Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). De richtlijn is door een projectteam van bedrijfsartsen en projectleider opgesteld om bedrijfsartsen te ondersteunen bij de begeleiding van werknemers die zich op het spreekuur presenteren met klachten aan arm, schouder en nek (verzuim of arbeidsomstandighedenspreekuur). Doel van de begeleiding door de bedrijfsarts is onnodig verzuim of arbeidsongeschiktheid te voorkomen en arbeidsparticipatie zoveel mogelijk in stand te houden.

Opzet

De richtlijn is zoveel mogelijk evidence based (literatuur uit Embase en Medline). Waar geen evidence was, heeft de projectgroep een keuze gemaakt wel/ niet ondersteund door andere deskundigen. Als opzet is gekozen voor de stappen zoals in de andere richtlijnen beschreven: probleeminventarisatie, interventie en evaluatie.

Probleeminventarisatie

In de probleeminventarisatie wordt op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek vastgesteld of er sprake is van een specifieke aandoening of een aspecifieke aandoening. Specifieke aandoeningen onderscheiden heeft zin, want deze aandoeningen hebben een betere prognose dan aspecifieke aandoeningen. In de richtlijn worden zes specifieke vaker voorkomende aandoeningen beschreven. Beschreven zijn carpaal tunnel syndroom, tenosynovitis, hand-armvibratiesyndroom, epicondylitis, schouderklachten en cervicale radiculopathie. Ook worden twee zeldzame aandoeningen beschreven waaraan gedacht kan worden bij onvoldoende progressie bij de evaluatie (artrose bovenste extremiteit/nek en focale dystonie van de hand). Voor het vaststellen van de diagnose wordt ook gebruik gemaakt van vragen over de blootstelling in het werk aan fysieke factoren (middels een checklist), aan werkstressoren als werkdruk, gebrek aan autonomie en sociale ondersteuning en vragen over persoonlijke coping waaronder irreële cognities, angst om te bewegen en perfectionisme.

Interventie

In de interventiefase wordt geadviseerd over de behandeling, werkfactoren, omgang met klachten en werkhervatting. Gezien de vraagstelling van dit congres, monodisciplinair of multidisciplinair behandelen, zijn de adviezen opgenomen in de richtlijn voor behandeling en verwijzing hieronder globaal weergeven.

  • Advies over een monodisciplinaire behandeling is afhankelijk van de specifieke aandoening. Adviseer over injecties bij CTS, tenosynovitis, epicondylitis, en schouderklachten, over operatie bij ernstige CTS. Verwijzing naar een manuele therapeut bij nekklachten, terughoudendheid in verwijzing naar een fysiotherapeut, ook bij ernstiger klachten, en in ieder geval dan bij voorkeur naar een oefen/houdingstherapeut. Verwijzing naar een psycholoog bij irreële cognities, angst om te bewegen of perfectionisme.
  • Advies over een multidisciplinaire behandeling wordt gegeven bij drie maanden verzuim met aspecifieke klachten en ontbreken van werkhervatting.
  • Naast adviezen over de behandeling/verwijzing worden adviezen gegeven over de werkfactoren: werkplekonderzoek bij hoge fysieke belasting, reductie trillingsniveau of wijziging van baan, aanpassing werkomstandigheden en persoonsgerichte interventie bij ongunstige ergonomie, aanpassingen in de organisatie van het werk bij werkstressoren.
  • Over de omgang met klachten wordt aangeraden werknemers het advies te geven in ieder geval te blijven functioneren, maar tijdelijk geen taken uit te voeren waarbij heftige pijnklachten optreden. Tevens kan de bedrijfsarts adviseren over de goede prognose en multifactorieële ontstaanswijze bij irreële cognities en/of eventueel verwijzen naar een psycholoog.
  • De bedrijfsarts kan als werkhervattingsadvies adviseren bij sterke neiging tot doorwerken de taken waarbij pijn optreedt tijdelijk te staken of bij verzuim het werk geleidelijk, op tijdcontingente basis, te hervatten. Het tempo van opbouwen wordt dan bepaald door ernst en uitgebreidheid van de klachten.

Evaluatie

In de evaluatiefase wordt binnen drie weken gecheckt of de interventies succesvol waren. Zo niet kan lichamelijk onderzoek herhaald worden, minder frequente diagnoses worden overwogen en met de huisarts worden overlegd voor verwijzing of een andere interventie. Advies kan worden gegeven over multidisciplinaire behandeling (zie interventies).


Auteur

Els Kremer maakt deel uit van het projectteam van het Bureau Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), dat de richtlijn voor de Richtlijn voor begeleiding door de bedrijfsarts bij klachten van arm, schouder en nek ontwikkelt. Zij is vanaf 1994 werkzaam als bedrijfsarts in diverse bedrijfstakken. Momenteel is zij bedrijfsarts bij ArboUnie BV, Lokatie Gouda voor chemische industrie, metaal, vakbond en zakelijke dienstverlening. In het kader van de opleiding tot bedrijfsarts heeft zij in 1999 onderzoek gedaan naar de relatie tussen RSI en organisatiefactoren bij beeldschermwerkers in een uitgeverij.

Contact:

  • ArboUnie BV, Postbus 206, 2800AE Gouda; T (0182) 596073 of mobiel: 06-52501301; E e.kremer@midned-go.arbounie.nl

Zie ook: