Bewegingsangst

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

Inleiding

Veel patiënten en mensen met pijn hebben angst om te bewegen. Ze zijn bang dat als ze bewegen, hun klachten erger worden of dat er iets kapot zal gaan. Mensen met bewegingsangst vermijden daarom lichamelijke activiteit. Dit kan soms ernstige gevolgen hebben. Zo kan het genezingsproces bijvoorbeeld stil komen te staan. Beweging oftewel fysieke activiteit is noodzakelijk in veel genezingsprocessen. Maar bij lage rugklachten is het absolute noodzaak om in beweging te blijven.

Verzuim

Mensen met bewegingsangst gaan ook lichamelijke activiteit die met arbeid te maken heeft uit de weg. Met andere woorden: bewegingsangst beïnvloedt het werk van mensen en dat kan leiden tot verzuim en een toename van arbeidsongeschiktheid.

Ook vermijdingsgedrag (het omzeilen van bepaalde werkzaamheden omdat men bang is dat dit pijn of uitvalverschijnselen veroorzaakt) kan ervoor zorgen dat de uitvoering van het werk of de hervatting ervan vastloopt.

Uit onderzoek blijkt dat bewegingsangst vooral voorkomt bij mensen met rug- en schouderpijn.

Een andere naam voor bewegingsangst is Kinesiofobie.

Waardoor kan het komen?

Bewegingsangst bij mensen ontstaat meestal na een aandoening aan het bewegingsapparaat. Mensen die bijvoorbeeld lange tijd last hebben van schouderpijn, zijn bang om oefeningen te doen.

Ze zijn bang dat dit nog meer pijn veroorzaakt of dit de schouder overbelast en er iets beschadigd raakt.

Bij de meeste aandoeningen van het bewegingsapparaat is het echter zo dat ontspannen bewegen, al dan niet onder begeleiding van een therapeut, het herstel bevordert.

Hoe wordt het vastgesteld?

Bewegingsangst wordt vastgesteld aan de hand van een vragenlijst, de zogenaamde Tampa-vragenlijst ( TSK). Met deze lijst worden de angstgevoelens in relatie tot pijn gemeten. De Tampa-vragenlijst wordt (meestal) verstrekt door een fysiotherapeut. Daarnaast stelt de therapeut de ernst van de aandoening vast.

Vervolgens kan de fysiotherapeut, huisarts of andere behandelaar beoordelen of er sprake is van bewegingsangst.

Wat kan helpen?

Bewegingsangst kan door middel van een goede uitleg van en behandeling door de fysiotherapie verholpen worden. Hierbij legt de fysiotherapeut uit dat er verschil is tussen acute en chronische pijn en dat de belastbaarheid op een gestructureerde wijze moet worden opgebouwd. Deze methode wordt Graded Activity en/ of Graded Exposure genoemd.

Wie kan helpen?

Een fysiotherapeut zal doorgaans degene zijn die iemand met bewegingsangst kan helpen. De fysiotherapeut is meestal ook degene die constateert dat iemand last heeft van bewegingsangst. In enkele gevallen vindt deze behandeling in een multidisciplinaire setting plaats maar dit is niet altijd noodzakelijk.


Als het om een ernstiger vorm van bewegingsangst gaat, kan de aanvullende begeleiding van een psycholoog noodzakelijk zijn.

Bron:

Kenniscentrum AKB