Biofeedback bij kinderen met overgewicht, scriptie

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

Beschrijving

Binnen het project “Biofeedback bij kinderen met overgewicht” is onderzocht of het geven van biofeedback een geschikte methode is om kinderen bewust te maken van hun bewegingsgedrag. De methode maakt gebruik van de Dynaport Micromod MoveMonitor. Deze bestaat uit drie acceleratiemeters, die de versnellingen meten van het lichaam en daarmee de mate van activiteit bepaalt. De bevindingen worden teruggekoppeld naar het kind.

Vraagstellingen

Tijdens deze studie stonden de volgende vragen centraal: Is het meetsysteem betrouwbaar, heeft biofeedback invloed op het bewegingsgedrag van kinderen, is het meetsysteem hanteerbaar en is de feedback geschikt voor kinderen? Tien kinderen werden gedurende twee weken gemeten. Een deel van de groep werd gedurende de hele periode alleen gemeten, terwijl het andere deel in de tweede week feedback ontving. De mate van activiteit van de twee weken werd vergeleken. Daarnaast werd een vragenlijst afgenomen ter beoordeling van de hanteerbaarheid van het meetsysteem.

Resultaten en discussie

In een correlatieanalyse zijn de data van de eerste en de tweede week naast elkaar gelegd. Er bestaat een correlatie van 0,7 tussen de data van beide weken. Hieruit blijkt dat het meetsysteem betrouwbaar is. Er worden echter vele discussiepunten genoemd die deze conclusie nuanceren. Om de invloed van biofeedback op het bewegingsgedrag te bepalen, zijn het aantal uren dat kinderen actief of inactief waren in de eerste en tweede week met elkaar vergeleken. Bij het aantal uren actief was er een verschil van ‐6,4 (sig. 0,347), en bij het aantal uren inactief is er een verschil gevonden van ‐5,1 (sig. 0,26). Beide verschillen zijn niet significant en de biofeedback lijkt geen effect te hebben. In de discussie wordt een verklaring gegeven voor deze bevindingen. Uit de vragenlijst blijkt dat het systeem niet ideaal is voor het gebruik door de doelgroep. Met name technische aspecten zorgen ervoor dat het verwerken van metingen veel tijd kost. Daarnaast zijn deelnemers niet tevreden over het comfort van de buikband waarin het meetsysteem gedragen wordt. Om de laatste vraag te beantwoorden, is bij twee kinderen gekeken of zij het rapport correct interpreteerden. Dit was bij beide kinderen het geval. De onderzoekspopulatie was in dit geval echter te klein om uitspraken te doen over de kwaliteit van de feedback. Aanbevelingen Uit de resultaten blijkt dat er nog vele discussiepunten bestaan. Er zijn daarom aanbevelingen gedaan om in een eventueel vervolgonderzoek tot duidelijkere conclusies te komen. In de aanbevelingen worden suggesties gedaan over het aanpassen van de onderzoeksopzet en worden verbeterpunten van het meetsysteem genoemd. Daarnaast wordt toegelicht met welke factoren er rekening moet worden gehouden bij het geven van feedback aan kinderen.

Auteurs

  • Elisa Noordhoek
  • Marinke van Rijn
  • Jolande Smelt

Zie ook:

Webshop Kinderfysiotherapie

[1]


Fysieke klachten?

Fysiothrapeut.JPG Raadpleeg uw fysiotherapeut, specialist in beweging [2]

Kine.be.JPG Voor België [3]