Beroepsziekten houding en bewegingsapparaat

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

Houding- en bewegingsapparaat - Definitie

Inleiding

Beroepsziekten van het houding- en bewegingsapparaat zijn onderverdeeld naar lichaamsregio: aandoeningen aan de bovenste ledematen (schouder, arm, elleboog, pols, hand en nek), de rug en de onderste ledematen (heup, benen, knieën, enkel en voet).

Voorbeelden van beroepsziekten uit deze drie categorieën zijn respectievelijk een tenniselleboog bij een schilder door langdurig schilderen, aspecifieke lage rugklachten bij een chauffeur van grondverzetmachines door het hoge trillingsniveau en veelvuldig tillen, en artrose van de knie door zwaar tillen en geknield werken bij een vloerenlegger. Voor specifieke definities van de aandoeningen voor de melding als beroepsziekte wordt verwezen naar de registratierichtlijnen.

Bovenste ledematen

De arbeidsgerelateerde aandoeningen aan de bovenste ledematen worden veelal aangeduid als RSI ('Repetitive Strain Injury'), KANS (Klachten Arm, Nek en/of Schouder) en soms als CANS ('Complaints of Arm, Neck and/or Shoulder'). Het NCvB hanteert voor het melden van deze aandoeningen het Europese criteriadocument voor de arbeidsgerelateerdheid van aandoeningen aan de bovenste ledematen: registratierichtlijn D001. In dit document worden elf specifieke medische aandoeningen onderscheiden, zoals zenuwafknelling in de pols,Carpaal Tunnel Syndroom(CTS) en tenniselleboog (epicondylitis lateralis), naast een groep van aspecifieke aandoeningen. Ook zijn per lichaamsregio criteria geformuleerd voor het vaststellen of sprake is van een beroepsziekte. Risicofactoren zijn herhaling van beweging, de te leveren kracht en de lichaamshouding. Daarnaast kan een slijmbeursontsteking van de elleboog worden gemeld met registratierichtlijn D002 indien er sprake is van langdurige druk op periarticulaire slijmbeurs.

Rug

De meest voorkomende aandoening aan de rug is aspecifieke lage rugklachten. Sinds 1 januari 2005 kan deze aandoening worden gemeld als beroepsziekte op basis van registratierichtlijn D004. Risicofactoren zijn tillen, herhaald buigen en/of draaien van de romp en blootstelling aan hele lichaamstrillingen.

Onderste ledematen

Voor de onderste ledematen zijn vier registratielijnen beschikbaar: slijmbeursontsteking van de knie wordt ook gemeld met registratierichtlijn D002, meniscusletsel met de in 2007 aangepaste registratierichtlijn D003, artrose van de knie (gonartrose) met registratierichtlijn D005, patellafemoraal pijnsyndroom met registratierichtlijn D006, en jumpersknee met registratierichtlijn D007. De risicofactoren voor deze aandoeningen zijn verschillend. Voor artrose van de knie zijn deze factoren: hurken, knielen, tillen en springen

Trefwoorden


Bron:[1]